Er was nog een manier waarop men geheime boodschappen aan elkaar kon doorgeven. Dat was door een geheime tekst ónder de postzegel te schrijven. Een spannende en goedkope manier om te communiceren.
Het versturen van een prentbriefkaart kostte 1 cent, maar daarop mocht je tot 1925 geen uitgebreide tekst schrijven. Alleen naam, beroep en adres van de geadresseerde en de naam van de afzender waren toegestaan. Als er meer op de kaart geschreven werd dan was het voor de posterijen automatisch een briefkaart, en daarvoor was het tarief 2,5 cent.
De posterijen waren natuurlijk alert op het ontduiken van porto. De afkorting z.o.p. kenden zij ook: zie onder postzegel! Wie betrapt werd moest behalve het normale port ook nog strafport betalen.