Beatrix in beeld

1980-2013

Van prinses naar koningin

Op 31 januari 1980 maakt koningin Juliana bekend dat zij op 30 april van dat jaar afstand zal doen van de troon. Haar oudste dochter, prinses Beatrix, zal haar opvolgen. Bij het Staatsbedrijf der PTT wordt besloten een inhuldigingspostzegel uit te geven op 30 april.  De postzegel is bestemd voor het frankeren van brieven tot 20 gram.
Het ontwerp wordt vervaardigd door R.D.E. Oxenaar, hoofd van de Dienst Esthetische Vormgeving (DEV) van PTT. Oxenaar wordt voor het ontwerp geïnspireerd door de postzegels ontworpen door Piet Zwart in 1931. Hierbij is koningin Wilhelmina afgebeeld tegen een achtergrond met foto's van luchtvaart, handel en industrie en scheepvaart.
In februari maakt hij enkele schetsen. Een lid van de hofhouding stelt voor een foto te gebruiken die prins Claus van zijn vrouw heeft gemaakt. Op de achtergrond komt de Nieuwe Kerk in Amsterdam, gefotografeerd door Willem Diepraam. In de Nieuwe Kerk zal de inhuldiging plaatsvinden.
De foto die prins Claus maakte van zijn vrouw laat een lachende, ontspannen prinses zien, die heel toegankelijk is. Ze is gefotografeerd op haar verjaardag, 31 januari 1979, in haar eigen omgeving, de tuin van kasteel Drakesteyn. Door de inhuldiging wordt zij van ‘mens naar symbool’.

Beatrix als staatshoofd

Na de inhuldigingspostzegel wordt in mei 1980 begonnen aan de permanente frankeerzegels ter vervanging van de koninginnezegels Juliana Regina.  Een serie permanente frankeerzegels is een serie postzegels bestaande uit een aantal waarden, die langere tijd mee moet gaan. Besloten wordt om een meervoudige opdracht te geven en vooraf overleg met de koningin te hebben over haar visie.
Begin juli 1980 gaat er een brief naar de koningin, waarin gevraagd wordt om een informerend en adviserend onderhoud. Op 1 oktober heeft Oxenaar dit gesprek waarin koningin Beatrix haar persoonlijke opvattingen en voorkeuren kan uitspreken. 
Naar aanleiding daarvan organiseert de DEV op 16  oktober een bijeenkomst met de kunstenaars Röling en Struycken en de ontwerpers Nikkels en Drupsteen, waarbij de opdracht mondeling wordt toegelicht. Zowel de persoon als de functie moeten in een portret samen gebracht worden.

De ontwerpers gaan aan de slag

Eind november ontvangen de kandidaten een uitgebreide serie portretten. Deze zijn in opdracht van de DEV door fotograaf Vincent Mentzel op 14 november op kasteel Drakesteyn gemaakt. Ook de RVD heeft foto’s beschikbaar gesteld, gemaakt door de fotograaf Max Koot. De kandidaten zijn niet verplicht tot gebruik van de foto’s.
Marte Röling maakt enkele schetsen en veel schetsontwerpen in de haar bekende stijl. Jaap Drupsteen besluit een eerder door hem gemaakte foto te gebruiken en van typografie te voorzien. Walter Nikkels kiest een foto van Vincent Mentzel waar hij typografie aan toevoegt.
Peter Struycken staat bekend om zijn abstracties: hij werkt zowel een portret van Max Koot als een portret van Vincent Mentzel om naar een abstracter portret, opgebouwd uit punten. Hij doet dit met behulp van twee technici van de TU Delft.
Begin maart 1981 zijn de schetsontwerpen uitgewerkt tot werktekeningen en kunnen er proefdrukken gemaakt worden door de firma Enschede.

Een onbesliste uitslag

De ontwerpen en proeven worden op 6 april 1981 door de directie van PTT en de staatssecretaris beoordeeld. De inhoudelijke criteria waarop beoordeeld wordt zijn neutraliteit en distantie, zodat de zegel tijdloos en waardevrij zal zijn, passend bij het onderwerp en de functie van de zegel. De meningen lopen echter uiteen.
Als de ontwerpen en drukproeven op 9 april door de staatssecretaris aan de koningin worden toegestuurd, gaan deze dan ook vergezeld van drie adviezen. De staatssecretaris heeft een voorkeur voor Drupsteen, de directie van PTT voor Nikkels, terwijl Oxenaar de voorkeur geeft aan Struycken.
Struycken is een kunstenaar die in zijn werk streeft naar objectiviteit en wetmatigheden in vorm, kleur en materiaal aldus Oxenaar. Het gegeven dat Struycken de computer daarbij inzet, wordt als technische vernieuwing toegejuicht door de PTT.

De koningin geeft de voorkeur aan Struycken

Oxenaar laat op 16 april weten dat de koningin op 24 april met hem en Struycken wil praten, waarbij Struycken nog een alternatief (computer)ontwerp mee moet brengen. 
Op 31 juli worden nogmaals de oude proeven aan de koningin toegestuurd en twee nieuwe afbeeldingen gebaseerd op foto’s van Mentzel met een glimlachende koningin enigszins van bovenaf gefotografeerd. Het Kabinet der Koningin bericht op 7 augustus dat de voorkeur naar één van de nieuwe portretten uitgaat, uit te voeren in staand formaat.
Struycken werkt op dat ogenblik al aan een kleurenschema voor de verschillende waarden. Hij gaat nu hard aan de slag om zijn afbeelding te perfectioneren. Gerard Unger is door de DEV benaderd voor de typografie, vanwege zijn ervaring met computergegenereerd schrift, passend bij het ontwerp van Struycken.
Op 2 december presenteert de DEV de nieuwe permanente Koninginnezegel, die vanaf 15 december 1981 beschikbaar is aan de loketten.

Houdbaarheid van het koninginneportret

De nieuwe postzegel met het portret van het staatshoofd levert heel wat reacties op, die niet altijd positief zijn. Het is voor veel mensen te vernieuwend, zo’n portret in puntjes. Toch zal blijken dat het een tijdloos portret is, want het gaat al vele jaren mee.
Als na tien jaar het kleurenpalet op is en er toch andere frankeerwaarden moeten verschijnen, komt er geen nieuwe Koninginnezegel, maar wordt er voor gekozen om een 'inversie'zegel uit te geven: in plaats van zwarte puntjes op een gekleurde ondergrond worden het nu gekleurde puntjes op een witte ondergrond. Deze verschijnen vanaf 1991 in verschillende waarden.
Bij de invoering van de euro komt er eerst een postzegel in dubbele waarde, daarna in eurowaarde. En ook na 30 jaar gaat het portret nog steeds mee, zoals de aanpassing in 2010 naar de waardeaanduiding ‘Nederland 1’ en ‘Nederland 2’ laat zien.  Wat dat betreft is Struycken goed geslaagd in zijn opdracht om een tijdloos ontwerp te maken.

Imago: de mens en het ambt

De afbeelding van koningin Beatrix als staatshoofd op de frankeerzegel heeft een tijdloos en voornaam portret opgeleverd met enigszins mysterieuze glimlach.
Op andere postzegels die haar als vorstin afbeelden, is zij afgebeeld in functie. Duidelijk is dit bij de postzegels in 1992 bij haar 12½-jarig, en in 2005 bij haar 25-jarig regeringsjubileum.
In de periode na aankondiging van haar abdicatie in 2013 verschijnt een laatste postzegel. een fotografisch portret van een lachende koningin, die naar rechts het beeld uitkijkt. Na inhuldiging van Willem-Alexander verschijnt een spiegelportret van een lachende koning, die naar links het beeld uitkijkt: zo wordt vorm gegeven aan de troonswisseling.

De menselijke kant van Beatrix

Als het om de persoonlijke momenten in haar leven gaat, die ieder mens meemaakt, wordt zij ook menselijker afgebeeld. De postzegels uitgegeven bij haar 25-jarig huwelijksjubileum met prins Claus, laat een dubbelportret zien: de balkonscene na het huwelijk en de beide echtelieden tijdens het paardrijden.
Ter gelegenheid van haar 50ste verjaardag werd gedacht aan een feestelijke postzegel, al dan niet met haar portret. De koningin vond echter niet dat haar verjaardag een postzegel verdiende, en zij zag liever een serie postzegels over kunst verschijnen. Dit was de reden om de Cobraserie uit te geven in 1988. In 2003 verschijnt een velletje van 10 postzegels van koningin Beatrix en haar gezin, waarin het familieleven centraal staat.