Alle kleuren van de regenboog ...

Kleurkeuze van de postzegel

Postzegels gedrukt in één kleur

Eén van de vele zaken waarmee een vormgever te maken krijgt bij het ontwerpen van een serie postzegels is het kleurenpalet. Hiervoor golden vroeger een aantal voorschriften, en ook de techniek was bepalend.
De eerste serie postzegels van Nederland bestaat uit een 5 cent blauw, een 10 cent rood en een 15 cent oranje. De reden voor deze kleuren lijkt voor de hand te liggen: blauw en rood staan voor de Nederlandse vlag, en oranje voor de wimpel. Zo vanzelfsprekend als het lijkt, is de keuze niet. Aanvankelijk werd gedacht aan een 10 cent geel of groen. De voorzitter van het Muntcollege, A. Vrolik, had voor de 5 cent een voorkeur voor zwart. Hij had hierbij waarschijnlijk de One penny black, de eerste postzegel ter wereld, voor ogen. In Engeland was men er al snel achter gekomen, dat zwarte stempelinkt op een donkere postzegel niet leesbaar was, dus de One penny black werd binnen een jaar al door een rode postzegel vervangen.
De eerste serie Nederlandse postzegels verschijnt in één drukkleur: het was toen erg moeilijk om bij plaatdruk met meer kleuren te werken.

Postzegels in tweekleurendruk

In Nederland werd voor het eerst in 1872 voor postzegels tweekleurendruk toegepast. De hoogste waarde van deze serie, de 2½ gulden, werd in rood en blauw gedrukt. Hiervoor werd boekdruk als techniek gebruikt. Vervolgens werden de hoge waarden van de emissie 1891 ook in twee kleuren gedrukt. Dit zou bij de permanente frankeerzegels met de koningin erop vaker gebeuren. De cijferpostzegels en vanaf 1906 ook de gelegenheidspostzegels werden vooralsnog in één kleur gedrukt.
In 1924 is voor postzegels de techniek van rasterdiepdruk ingevoerd. Bij de kinderpostzegels van 1925, 1926 en 1927, die een eenheid vormen, is de tweekleurenrasterdiepdruk voor het eerst toegepast. Hiervoor moest de ontwerper per kleur een aparte werktekening maken.
Veel bijzondere postzegels worden in plaatdruk gedrukt, waarvoor één kleur de standaard blijft. In 1931 wordt tweekleurendruk nog toegepast, en dan neemt dat pas weer toe vanaf 1949. Na 1960 zien we steeds vaker meerkleurendruk als standaard.

Standaardisatie van kleurgebruik

Kleurgebruik bij postzegels werd in sommige perioden en gebieden ook bepaald door regelgeving. Zo wordt door standaardisatie geprobeerd op eenvoudige manier duidelijk te maken waar de postzegel voor gebruikt mag worden.
In het Duits-Oostenrijkse postverdrag uit de 19de eeuw werd gekozen voor de standaardkleuren rood, blauw en bruin. Deze kleuren werden gebruikt voor de porten voor de meest voorkomende poststukken in het binnenlandse verkeer en binnen de postunie.
Bij oprichting van de Union Postale Universelle, de Wereldpostvereniging (UPU), in 1874 stonden veel lidstaten nog gereserveerd tegenover een dergelijke kleurenstandaardisatie. Op het postcongres van 1897 in Washington kwam men tot een principieel akkoord. In 1906 werd te Rome een kleurenschema aangenomen gekoppeld aan het type poststuk. De bedoeling hiervan was de controle op de frankering van buitenlandse poststukken te vereenvoudigen.

De universele kleurcode van de U.P.U.

Op het Congres van Rome in 1906 werd het kleurenschema als volgt vastgesteld: groen voor drukwerk, rood voor briefkaarten en blauw voor brieven. Deze kleuren werden aanbevolen voor het gebruik in het internationale postverkeer, voor de drie belangrijkste soorten zendingen. Hierbij werd uitgegaan van enkelvoudige frankering.
Het gebruik van de kleuren had echter niet de status van voorschrift, maar van een advies. Voor Nederland werd het advies voor het eerst toegepast bij de uitgifte van de frankeerzegels Cijfertype 1921-1922. De 5 cent groen was bestemd voor verzending van drukwerk naar het buitenland; de 12½ cent rood voor briefkaarten naar het buitenland en de 20 cent blauw voor brieven. Deze tarieven waren 1 maart 1921 ingegaan.
 
 

Opheffing kleurenschema

Op het 13de congres van de UPU in Brussel in 1952 is besloten het kleurenschema af te schaffen per 1 juli 1953. Het steeds vaker verschijnen van postzegels in meerkleurendruk speelde hierin een rol. Ook maakten de vele tariefswijzigingen, waarbij dan de kleuren weer aangepast moesten worden, het er niet makkelijker op.
Toch was het kleurenschema intussen zo vanzelfsprekend geworden, dat veel landen nog geruime tijd vasthielden aan het kleurenschema, maar steeds minder strikt.
Frankrijk gaf op 1 juli 2008 nog drie postzegels uit zonder waarde-aanduiding op de postzegel in de kleuren van het UPU-schema, maar wel met een andere toepassing. De kleur bepaalt waarvoor de postzegel gebruikt kan worden: groene postzegels voor frankering van een binnenlandse brief tot 20 gram in gereduceerd tarief, rode postzegels voor een binnenlandse brief tot 20 gram en de blauwe voor brieven tot 20 gram naar Europse bestemmingen.